© Bron: RZWH - Gezondheid
De anatomie van het oor:
1: Het buitenoor bestaat uit de oorschelp en de gehoorgang, die uitmondt bij het trommelvlies. Na dit trommelvlies begint het
middenoor.
2: Het middenoor bestaat uit 3 gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel. Deze geven de geluidstrillingen van het trommelvlies
door aan het binnenoor. In het middenoor zit ook een verbinding van het middenoor met de keel (Buis van Eustachius). Door deze buis kan de luchtdruk aan beide zijden van het
trommelvlies steeds gelijk gehouden worden. Doofheid bij honden kan verschillende oorzaken hebben; gedacht kan worden aan externe oorzaken zoals infecties of een met oorsmeer of een van viezigheid verstopte gehoorgang of beschadigingen aan het trommelvlies zodat de geluidsgolven de gehoorbeentjes niet tot trilling kunnen brengen. Ook trauma aan de schedel veroorzaakt door geweld kan doofheid veroorzaken. Andere oorzaken kunnen zijn beschadiging/ontsteking van het middenoor, beschadiging of onderbreking van zenuwweefsel waardoor het elektrische signaal niet naar en door de hersenen getransporteerd wordt. Dit kan voorkomen door b.v. hersenvliesontsteking, ongelukken, beschadiging door lawaai, ouderdom en gebruik van sommige medicijnen.
Deze vormen van doofheid zijn niet van essentieel belang voor onze honden in de fokkerij; in dit artikel zullen wij ons uitsluitend toespitsen op de
aangeboren ofwel congenitale doofheid bij de hond.
Congenitale- of aangeboren doofheid
Niet alle honden met Merle of Piebald genen zijn per definitie doof, maar deze honden vormen wel een risicogroep. Het is verstandig om niet te fokken met één- of beiderzijds dove honden; ook is het aan te bevelen om honden bestemd voor de fokkerij, zeker uit risicolijnen, te testen (BAER= Brain stem Auditory Evoked Response) op het gehoor. Het is niet relevant om honden met Merle of Piebald genen automatisch te weren uit de fokkerij, het blijft dus zaak om de honden te testen met de BAER test en bij bewezen doofheid deze honden niet in te zetten.
De dove pup
Waarnemingen kunnen zijn:
Doofheid kan dus verdacht worden aan de hand van waarnemingen in het gedrag van de betreffende pup(s). Absolute oorzaak van dit afwijkend gedrag kan slechts vastgesteld worden aan de hand van testen, na onderzoek op eventuele andere oorzaken zoals bijvoorbeeld een infectie. Bij verdenking van doofheid van één of meerdere pups is het een goede zaak om het voltallige nest (en de ouderdieren) te laten onderzoeken aan de hand van een BAER test. In sommige landen, zoals oa. België en Nederland, is het verplicht alle pups te testen en enkel beiderzijds horende honden mogen in de fokkerij ingezet worden.
De meting van BAER (Brain stem Auditory Evoked Response) - (bron N.A. Dijkshoorn)
Het gehooronderzoek wordt in een speciale storingsvrije en voor de BAER-test daartoe ingerichte ruimte verricht. Bij de BAER-test wordt de hersenactiviteit opgewekt doordat het trommelvlies klikgeluiden opvangt. Deze klikgeluiden (1.000 kliks per minuut met een sterkte van 70 decibel) worden opgewekt door een machine en hoorbaar gemaakt met een koptelefoontje dat in de gehoorgang van een oor wordt aangebracht. Er worden drie dunne naalden, die met snoertjes verbonden zijn met de BAER-machine (de zogenaamde elektroden), onder de huid gestoken; een bij elke oorbasis en een midden op de kop. De gemiddelde hersenactiviteit die meetbaar is nadat 1.000 kliks zijn aangeboden, vertoont een kenmerkend patroon van 5 pieken. Bij de beiderzijds horende hond vertonen de BAERs van beide oren een identiek beeld. Is een hond eenzijdig doof dan zijn de BAERs van die zijde sterk afwijkend. Beiderzijds dove honden hebben BAERs van min of meer vlakke registratielijnen. De geringe registratie bij de zijde van het dove oor van een eenzijdig dove hond is te verklaren doordat het niet dove oor de kliks waarneemt als het dove oor geprikkeld wordt, zodat de hersenen toch worden geprikkeld, maar door het andere, niet geteste oor. De resulaten worden genoteerd als +/+ beiderzijds horend, +/- éénzijdig horend en –/- doof.
Alleen de BAER-test wordt door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland en de Federation Cynologique International
(FCI) erkend.
Bron: rzwh |